Janny ter Meer werkte jarenlang als imagocoach en geeft in dit artikel kledingadvies waarmee je ontdekt welke kleding bij jou, je doel en de situatie past.
Jezelf als merk, kan dat eigenlijk wel? In eerste instantie vond ik het een onpersoonlijke vergelijking. Een mens is toch meer dan een merk? Tot ik er verder over nadacht en ik de overeenkomsten en de verschillen zag en ontdekte wat een mooie manier het is om te benoemen waar je goed in bent en – vooral – hoe je kleding kunt gebruiken om dat te laten zien.
Kledingadvies: hoe maak je een keuze?
Stel je gaat naar een netwerkbijeenkomst waar je niemand kent. Hoe kies jij iemand uit om een gesprek mee te beginnen? Stap je op een groepje af, en hoop je dat ze ruimte voor je maken? Of begin je een gesprek met een vrouw in bloemenjurk en roze vestje die wel aardig lijkt? Ben je misschien wat geïntimideerd door een lange man in donker pak en een kaal hoofd?
Net zoals jij mensen beoordeelt op hun uiterlijk, zo doen anderen dat ook bij jou. Dan is het goed te weten wat je uitstraalt.
De eerste indruk
Of we het nu leuk vinden of niet, ons uiterlijk speelt een belangrijke rol bij de eerste indruk die we maken. Het uiterlijk bestaat niet alleen uit kleding, ook onze leeftijd, ons geslacht, onze lengte, de houding, manier van bewegen en praten hebben effect. Binnen een minuut hebben we ons een indruk gevormd: aardig of niet, gevaarlijk of niet, interessant of saai.
Dat doen we met ons reptielenbrein, en gebeurt onbewust. De eerste indruk is gebaseerd op algemene en culturele opvattingen, en op onze eigen ervaringen. Daarna kunnen we die indruk bijstellen als we in gesprek raken, maar er zijn zeven tot acht positieve gebaren in de ruimste zin van het woord nodig om een ‘verkeerde’ eerste indruk te neutraliseren of om te zetten.
Kleding en personal branding
Wil je met je kleding bewust laten zien wie je bent, dan kun je personal branding en de taal van kleding inzetten om dat te bereiken. Je gebruikt hiervoor de zgn. kledingformule, vijf factoren waar je rekening mee houdt wanneer je ’s ochtends je kleding uitzoekt:
- Je innerlijk: wie ben jij? Wat zijn jouw kwaliteiten, waar ben je goed in?
- Je uiterlijk: past de kleding bij je lichaamsbouw, proportie, botstructuur, e.d. en de kleur van je huid, haar en ogen?
- De gelegenheid: waar ga je naartoe? Is het een gewone werkdag, of houd je bijvoorbeeld een belangrijke presentatie? Of zit je een vergadering voor?
- Het doel: wat is jouw rol die dag? Ben je voorzitter of deelnemer van een bijeenkomst? Of misschien de notulist?
- De gesprekspartner. Ben je onder collega’s of spreek je een volle zaal toe? Heb je een-op-een gesprekken of begeleid je een groep?
Wanneer je kleding laat zien wie je bent, past bij je lichaam en is afgestemd op de context, sta je in je kracht en straal je zelfvertrouwen en rust uit. Nog een voordeel is dat dit het contact met anderen vergemakkelijkt: they get what they see.
1. Je innerlijk, je persoonlijkheid, je kwaliteiten
Soms zeggen mensen: ‘Het gaat toch om wie ik ben?’
Ze hebben helemaal gelijk: het gaat om wie je bent, maar dat ziet de ander niet meteen. Wat hij ziet, is jouw buitenkant. Als jullie in gesprek raken, of samen aan de slag gaan, ontdekken jullie geleidelijk wie jullie zijn. Het leuke van kleding is dat je aan de buitenkant kunt laten zien wie je aan de binnenkant bent, en dat je daarmee kunt spelen. De ene keer laat je bijvoorbeeld meer zien dat je goed kunt organiseren, de andere keer dat je humoristische bent.
Om je innerlijk te kunnen vertalen naar kleding, moet je eerst weten wie je bent, waar jij goed in bent. Daarna kun je jouw kwaliteiten met behulp van het ABC van kleding (en het speelveld van het Stijlkwadrantenspel®) vertalen naar outfits. Zie ook het artikel ‘De taal van kleding’.
2. Je uiterlijk, je lichaamsbouw
Vind je het lastig te bepalen welke kleuren, modellen, stoffen, dessins en belijning jou goed staan? Maak een afspraak met een kleur- en kledingadviseur of lees er een goed boek over. Het geeft zoveel zelfvertrouwen wanneer je weet dat kleding lekker zit en je goed staat.
In mijn praktijk merk ik dat veel klanten het onbewust al goed doen, maar dat ze de theorie erachter vaak niet weten. Oh, daarom staat dat jasje, die jurk, die broek of wat dan ook niet zo goed, is een vaak gehoorde reactie. Een stijladvies loont!
Want ook het uiterlijk is belangrijk, het is een samenspel tussen binnenkant en buitenkant.
3. De gelegenheid
Ongetwijfeld houd je hier al rekening mee bij de keuze van je kleding. Toch kan het goed zijn je kleding nog eens kritisch onder de loep te nemen. Die broek die je regelmatig naar je werk draagt, ziet hij er eigenlijk nog wel goed uit? Is hij niet verkleurd, verwassen, rafelig? Kleding slijt, waardoor een kledingstuk dat eerst prachtig was, nu vaal en versleten is. Jij hoeft dat niet meteen door te hebben, omdat jij het oorspronkelijke beeld van het nieuwe kledingstuk nog in je hoofd hebt. Klopt de werkelijkheid nog met jouw beeld?
4. Het doel
Dit element van de kledingformule krijgt vaak de minste aandacht. Toch is het zinvol hier aandacht aan te besteden. Bedenk van tevoren welke afspraken je die dag hebt. Staat er bijvoorbeeld een vertrouwelijk gesprek op de agenda, dan kun je beter geen donker jasje met een licht topje eronder aantrekken. Die combinatie schept afstand. Beter is een losser jasje van zachte stof of een vest met een niet te licht shirt, zodat het contrast niet te groot is. Dan ben je toegankelijker. Het is niet voor niets dat hulpverleners zelden een pak dragen, maar eerder een trui!
5. De gesprekspartner
Denk aan een volle collegezaal, een docent spreekt de studenten toe gehuld in een grijze trui met een donkere spijkerbroek. Hopelijk is zijn betoog boeiend, want zijn kleding trekt niet de aandacht. Hij doet er beter aan een trui in een opvallende kleur te dragen. Als rood te heftig is, dan is turkoois een goed alternatief.
Is de docent surveillant bij een examen, dan is een grijze trui perfect. Hij hoeft dan niet op te vallen.
Ga experimenteren!
En nu aan de slag! Kijk rond hoe anderen gekleed zijn, wat stralen ze uit? Waar komt dat door? Houd een tijdje bij wat je draagt, waar en wanneer. Hoe voelde je je? Was je overdressed of underdressed? Of was het precies goed? Kreeg je complimenten dat je er zo goed uitzag?
Over Janny ter Meer
Janny ter Meer werkte jarenlang als image consultant en hielp mensen om hun kwaliteiten te vertalen naar kleding. Tegenwoordig heeft ze een coaching praktijk en helpt ze mensen om hun eigen stijl te ontwikkelen en verlangens zichtbaar te maken.