Het is zover. Je manuscript is bijna af en de grote stap om een uitgever te benaderen komt steeds dichterbij. Maar waar let een uitgever nou precies op? De meeste grote uitgevers krijgen wekelijks zo’n 5 tot 10 spontaan toegestuurde manuscripten binnen. Hun redacteuren letten dan op de volgende vier punten:
1. Onderwerp
De redacteur die het manuscript beoordeelt, kijkt eerst of het manuscript bij de uitgever past. Elke uitgever heeft een eigen fonds (bijvoorbeeld fictie, non/fictie, poëzie, psychologische romans, thrillers, fantasy etc.) en jouw boek in wording moet daar in passen. Daarnaast moet je boek origineel zijn. Als er al veel boeken over hetzelfde onderwerp geschreven zijn, moet jouw boek echt iets toevoegen of een bijzondere invalshoek hebben om nog interessant te zijn voor een lezer. Lees hier de column van Marja Duin over hoe zij aankijkt tegen de stapel ongevraagd aangeboden manuscripten:“de slush pile“
2. Structuur
Een goed en prettig leesbaar boek heeft een goede opbouw. Werk je aan een non-fictieboek, zorg er dan voor dat:
- Je boek logisch is opgebouwd.
- Het volledig is.
- Er een goede bronvermelding bij het boek zit.
Schrijf je fictie of verhalende non-fictie (zoals een persoonlijk levensverhaal) dan is het belangrijk dat:
- De verhaallijn logisch is.
- Alle verhaallijnen tot een goed einde worden gebracht (geen losse eindjes!).
- Je je informatie gedoseerd vrij geeft, zodat je de aandacht vast blijft houden.
- De karakters geloofwaardig zijn.
3. Stijl
Een goed boek voert de lezer mee en blijft tot het eind toe boeien, zodat de lezer het eigenlijk niet weg wil leggen. Om dat te bereiken is een goede schrijfstijl essentieel. Schrijf je non-fictie, let er dan op dat je heel helder schrijft en dat je:
- Niet te breedsprakig bent.
- De rode draad van het boek in de gaten houdt.
- Meerdere tekstsoorten gebruikt, zoals: achtergrondinformatie, voorbeelden, oefeningen, tabelletjes, lijstjes etc. waardoor het betoog meer lucht krijgt.
Schrijf je fictie of verhalende non-fictie, dan moet je boek lezen alsof je naar een film kijkt. Dat kun je bereiken door:
- Te variëren in je taalgebruik.
- Er voor te zorgen dat de lezer zijn fantasie blijft gebruiken. Geef dus niet teveel details en informatie.
- Levensechte, gevarieerde dialogen te schrijven en clichés te vermijden.
- Aandacht te besteden aan spelling, grammatica en interpunctie.
4. Marketing- en promotiemogelijkheden
Om kort te zijn: een boek verkoopt zichzelf niet. Bovendien moet een uitgever niet alleen de lezer overhalen om een boek te kopen, hij moet ook de boekhandel zo ver krijgen dat deze het wil aanbieden. Daarom is het belangrijk dat een boek:
- Een duidelijk publiek kan aantrekken.
- De pers aanspreekt.
- Mogelijkheden biedt voor een goede promotie (bijvoorbeeld door een actueel of aansprekend onderwerp).
Maar ook de auteur is bij de promotie van cruciaal belang. De auteur moet bijvoorbeeld:
- Voldoende autoriteit hebben om geloofwaardig te zijn.
- Beschikken over een eigen netwerk en/of een eigen kanaal (bijvoorbeeld een blog, site of social media volgers).
- Gemakkelijk kunnen spreken voor een groot publiek.
- Een merk kunnen worden.
- In staat geacht worden om meer aansprekende boeken te schrijven.