Het schrijven van een boek is niet moeilijk als je idee of verhaal hebt. Wat moeilijk is, is kwaliteit geven aan je verhaal. Beginnende schrijvers maken veelal dezelfde fouten. Naast de stappen die je kunt zetten om het schrijfproces in goede banen te leiden, geven we je ook een aantal do’s en dont’s om bekende valkuilen te vermijden.
Stap 1 – Goed voorbereid aan je boek werken
Lees hier de 10 stappen om goed voorbereid aan de slag te gaan. Hiermee verzeker je jezelf van een soepel schrijfproces met zo weinig mogelijk hindernissen.
Stap 2 – Bepaal de thema’s van je boek
Te beginnen bij het hoofdthema, dit is het thema waar het hele verhaal om draait. Vervolgens bepaal je de subthema’s, dat zijn de thema’s die zijdelings aan bod komen en die uiteindelijk samenkomen met het hoofdthema. Schrijf bijvoorbeeld alvast de tekst die op de achterflap van je boek gaan komen. Dat helpt je om goed te focussen op de kern van je verhaal.
Stap 3 – Maak een outline
Met een outline weet je waar je naar toe werkt. Bepaal vooraf waar je verhaal heengaat. Bedenk het begin en het eind en alle scènes ertussen die nodig zijn om van A naar B te komen. De outline helpt je om steeds de volgende stap te zetten en voorkomt dat je vastloopt of tijd verspilt aan het bedenken van de volgende stap in je verhaal. Ook kun je, als je op zeker moment even geen inspiratie hebt voor één bepaald stuk van je boek, overstappen naar een volgende scène waarvoor de ideeën zich al wel aandienen.
Stap 4 – Bepaal het perspectief
Schrijf je vanuit de ik- of de hij/zij-vorm. Belangrijk is om dit vooraf te bepalen. Als je in de ik-vorm schrijft, kun je niet in de hoofden van de andere personages stappen, dus ook niet beschrijven wat er door hen heengaat.
Stap 5 – Bepaal periode en decor
Het is essentieel dat je goed voor ogen hebt in welke periode het verhaal zich afspeelt en in welk decor. Maak niet de fout om details te gebruiken die niet kloppen. “Terwijl hij naar de supermarkt liep, belde hij nog even met zijn vriendin”, kun je bijvoorbeeld niet zeggen als het verhaal zich afspeelt in de jaren 70.
Stap 6 – Beschrijf je personages
Gebruik niet meer dan een of twee hoofdpersonages en geef deze twee of drie sterke eigenschappen (karakter, uiterlijk). Een hoofdpersonage maakt eigenlijk altijd een psychologische ontwikkeling door in het verhaal. Dat geldt niet voor de bijpersonages, al zijn zij bijna even belangrijk als de hoofdpersonages. Ze geven cachet en spanning aan het verhaal. Zorg ervoor dat alle personages de lezer boeien. Als een lezer geen emotie voelt bij een personage, dan maakt het hem ook niet uit wat er met dat personage gebeurt.
Stap 7 – Ga schrijven zonder schaven
Schaven en polijsten van je tekst tijdens het schrijven vreet tijd en energie. En die heb je hard nodig om de voortgang in je schrijfwerk te houden. Focus je dus niet direct op stijl en vorm, maar laat de pen vloeien. Je kunt mooie metaforen en beelden later toevoegen. Ook het redigeerwerk en het rangschikken komt in een later stadium.
Do’s en dont’s bij het schrijven van je boek:
Doen: het eerste hoofdstuk als laatste
Schrijf of reviseer het eerste hoofdstuk als laatste. Als je precies weet hoe het verhaal zich afspeelt, dan kun meer lading geven aan je openingszin en het eerste hoofdstuk.
Doen: manipuleer de werkelijkheid
De werkelijkheid is vaak onleesbaar, zeker als je alles in detail beschrijft. Laat je fantasie gaan en geef onverwachte wending aan bepaalde situatie zodat de lezer geboeid blijft.
Doen: breng spanning in het verhaal
Zonder spanning wordt het een saai boek. Zorg ervoor dat er conflictsituaties zijn, of drama of tegenstand, uiteraard wel op een geloofwaardige manier. Geef hints, geef niet teveel weg, wek nieuwsgierigheid op, voer de druk op en gebruik cliffhangers (situaties waarvan de lezer zich voortdurend afvraagt hoe het verder moet en hoe het af moet lopen). Blijf de lezer altijd een stap voor, zo houd je de spanningsboog vast.
De spanning verdwijnt ook als je niets aan de fantasie van de lezer overlaat. Bijvoorbeeld door personages, situaties en omgeving heel specfiek en gedetailleerd te vertellen. Beperk je tot hoofdlijnen zodat de lezer zelf ook iets mag inkleuren. Daarnaast kun je ook het ‘show don’t tell’ principe gebruiken, waardoor de lezer meer zijn/haar eigen conclusies mag trekken.
Doen: blijf consequent
In namen, personages, tijden, perspectief en tone-of-voice. Heeft de conciërge die de hoofdpersoon in het begin van het verhaal groet, aan het einde van het verhaal nog steeds dezelfde naam? Is de ik-vorm in een scène veranderd in de hij-vorm? Begint het verhaal luchtig en komisch en eindigt het zwaar en dramatisch? Blijf consequent van begin tot eind.
Doen: zorg voor variatie
Houd je lezer geboeid door te variëren in woordgebruik, zinslengte, zinsbouw, soort en lengte van de tekst. Een handig hulpmiddel is bijvoorbeeld synoniemen.net. Breng sfeer in je tekst, laat de lezer proeven, ruiken,… Ook belangrijk is variatie in het aantal personages, wisselingen van decors en verandering van tempo.
Niet doen: nutteloze, woorden zinnen of eindeloze beschrijvingen. Less is more
Alles, maar dan ook letterlijk alles, moet van betekenis zijn. Houd tijdens het schrijven altijd de 5 W’s in de gaten: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom. Alles wat je schrijft moet relevant zijn voor het verhaal, dit geldt niet alleen voor hoofdstukken, ook voor alinea’s en zelfs zinnen. En vermijd stopwoordjes die geen functie hebben, zoals natuurlijk, toch, tja, gewoon. Bedenk, met minder tekst bereik je vaak meer.
Voorkom de grootste beginnersfouten
Vermijd clichés, herhalingen, slechte metaforen, saaie dialogen (“zei hij”- “zei zij”), gekunstelde woorden (“gesticuleerde zij”), en natuurlijk spelfouten! Wees alert op leestekens: zet bijvoorbeeld geen uitroepteken achter “schreeuwde zij”. Handige hulpmiddelen: Schrijfwijzer van Jan Renkema en het Groene Boekje
(Nog) niet doen: een boektitel kiezen
Kies geen titel of een werktitel voor je boek. Als je nu voor jezelf al een definitieve titel kiest, kan dat alleen maar sturend werken. Bedenk dus pas een definitieve titel als je boek klaar is. In dit artikel vind je tips over het kiezen van een goede titel voor je boek. Houd er wel altijd rekening mee dat een uitgever deze je kan vragen om de titel van je boek te veranderen. Maar een goede uitgever doet dat in overleg en deelt zijn argumenten voor zo’n wijziging met je. Vaak hangen die samen met de wensen van de boekhandel en lezers.