Waar let je op bij het schrijven van een goede dialoog? Ik geef je graag wat inspiratie aan de hand van een voorbeeld dat ik tegenkwam in een film.
Twee Afro-Amerikaanse jongens lopen ’s avonds luid pratend over een avenue in Los Angeles. Het is een van de beginscènes in de film Crash. De jongen met de gele jas noem ik gemakshalve A., de jongen in de zwarte jas B.
‘Zag jij ook blanken die zo lang op hun eten moesten wachten?’ vraagt A. ‘En hoeveel koffie kregen we?’
‘Ik lust geen koffie en ik wou niet,’ zegt B.
‘De serveerster schonk alle blanken bij. Maar vroeg ze ons of wij koffie wilden?’
‘Jij lust geen koffie en ik wou niet. En dat noem jij discriminatie! De serveerster was zwart!’
‘Zijn zwarte vrouwen niet bevooroordeeld? Ze denken je al te kennen voordat je je mond zelfs maar hebt opengedaan! Ze had direct haar mening klaar. Zwarten geven geen fooi. Dus waarom zou ze moeite voor ons doen? Zo denken ze nu eenmaal.’
‘En hoeveel heb je gegeven?’
‘Denk je dat ik zo iemand een fooi geef?’
De jongen in de zwarte jas begint te lachen.
‘Wat is er? Waarom lach je nou?’
Van de andere kant komt er een blank stel aanlopen. De vrouw geeft de man een arm.
‘Wacht,’ zegt de jongen met de gele jas. ‘Zag je wat die vrouw deed?’
‘Ze kreeg het koud.’
‘En ze kreeg het nog kouder toen ze ons zag!’
‘Schei toch uit!’
‘Kijk maar om je heen. Dit is de veiligste buurt in de hele stad. Maar die blanke vrouw ziet twee keurige zwarten lopen en ze is gelijk doodsbang! Zien wij er soms uit als bendeleden?’
‘Nee.’
‘Zien wij er bedreigend uit: nee. Als iemand hier bang moet zijn, zijn wij het wel. Wij zijn de enige zwarten in een buurt vol blanken die bewaakt wordt door schietgrage agenten. Dus waarom zijn wij niet bang?’
‘Omdat wij pistolen op zak hebben?’
‘Dat zou best kunnen!’
Dan halen ze alle twee een pistool uit hun jaszak en overvallen het blanke stel als ze in de auto willen stappen.
De kracht van een dialoog
De kracht van deze dialoog zit in de discrepantie tussen waar over gesproken wordt en hoe de hoofdpersonen zich daadwerkelijk gedragen. Het zorgt voor een rauwe sfeer en is een veelgebruikte foef. In de film Pulp Fiction zien we bijvoorbeeld een huurmoordenaar zich beklagen over hamburgers en friet terwijl hij zijn pistool op het slachtoffer gericht houdt, die het bijna in de broek doet van angst. Net als bij de jongens in de film Crash wordt duidelijk dat enig menselijke inlevingsvermogen bij de dader afwezig is.
In Crash zien we daarnaast dat jongen A. de waarheid kneedt zoals het hem uitkomt en dat zijn vriend B. over wat meer nuanceringsvermogen beschikt. Maar als het om een overvalletje plegen gaat, weten ze elkaar weer prima te vinden. We leren niet alleen iets over hun onderlinge verhouding, maar ook over hun persoonlijkheden. De dialoog reikt verder dan de inhoud alleen.
Tot slot wordt de kijker van Crash bij deze scène ook nog getrakteerd op een verrassingseffect. A. beklaagt zich over de blanke vrouw die de arm van haar man grijpt als ze de twee jongens ziet, maar dit keer blijkt het voorgevoel van de vrouw juist terecht te zijn.
Als je goede dialogen wilt schrijven, let dan niet alleen op wat er gezegd wordt, maar besteed ook aandacht aan het hoe. Je dialogen worden er zoveel interessanter van.
Over Marit van der Meulen
Marit van der Meulen debuteerde in 2011 met Reggae in de sneeuw. Met het schrijven van haar tweede roman Vlucht naar Madeira worstelde ze lang. Onnodig, ontdekte ze. Ze besloot om haar schrijfcoachpraktijk Zinnazin op te richten om de hulp te geven die zij zelf had willen ontvangen.
Kijk voor meer informatie op zinnazin.nl