Deze vergelijking kwam ik tegen in het boek Dodenduik van John Saul: “Katherine luisterde naar hem en klampte zich aan zijn woorden vast zoals ze zich aan Rob zelf vastklampte.” Saul is vooral een spanningsschrijver en zijn boeken verkopen goed.
Hij hoeft geen vergelijkingen op te schrijven van literaire kwaliteit en daarom is het hem vergeven dat dit geen al te beste is. Maar waarom eigenlijk niet?
Vergelijkingen worden ook wel metaforen genoemd. Officieel is een zin waarin ‘als’ of ‘zoals’ voorkomt geen metafoor. Een metafoor gaat een stapje verder dan een vergelijking door de zin niet eens meer als een vergelijking te presenteren. Bijvoorbeeld: “Zijn woorden zaagden aan de fundering van haar zelfvertrouwen.” ‘Vaak worden metaforen en vergelijkingen door elkaar gehaald, maar gemakshalve kies ik er nu even voor om ze allebei metafoor te noemen.
Door een gegeven met een beeld te vergelijken, probeer je als schrijver de essentie van wat je wilt vertellen beter over te brengen. Saul schrijft: “…..zoals ze zich aan Rob zelf vastklampte.” Dit is geen goede vergelijking, omdat ‘vastklampen’ met ‘vastklampen’ vergeleken wordt. Als Saul had geschreven: “Katherine klampte zich aan zijn woorden vast als een schipbreukeling aan een stuk hout,” had hij met het beeld de wanhoop van Katherine levendiger gemaakt. Bij een schipbreukeling kan de lezer zich wel wat voorstellen.
Bovenstaande metafoor is al beter, maar het is de vraag of hij echt toegevoegde waarde heeft. De wanhoop wordt namelijk al uitgedrukt in ‘vastklampen’ en dan werkt het beeld van de schipbreukeling alleen maar dubbelop. Saul had de wanhoop ook kunnen gebruiken zonder ‘vastklampen’ te noemen: “Katherine luisterde naar hem met de wanhoop van een zwerver die broodkruimels uit weggegooide boterhamzakjes likt.” Mmmm. Deze is nogal omslachtig. Luisteren en likken laten zich slecht met elkaar rijmen. De lezer zal de wanhoop sneller begrijpen als je volstaat met: “Katherine klampte zich aan zijn woorden vast.”
Kenmerken van een metafoor
Als je een metafoor wilt schrijven, pak de volgende checklist er eens bij:
Een goede metafoor:
- is origineel.
Haruki Marukami schrijft in De olifant verdwijnt: “In de asbak lagen zes lipjes, als de schubben van een zeemeermin.” - moet kloppen.
Ik schreef ooit: “Verder was tijd als een haar die tegen haar gehemelte plakte en die ze niet te pakken kreeg.” Ik heb hem later weer geschrapt. Een haar in je mond die je niet te pakken krijgt, is vooral irritant en dat irritante kwam teveel op de voorgrond te staan, terwijl ik de nadruk op het ongrijpbare van tijd wilde leggen. - heeft toegevoegde waarde.
In bovenstaand voorbeeld is dat niet het geval. - is zinnenprikkelend.
Elle Eggers schrijft in Het huis van de zeven zusters: “De hitte hing als een beschonken kerel over ons heen.” Daar kunnen vrouwen zich vast wel iets bij voorstellen :-). - wordt meteen begrepen.
Als je als lezer te lang over de metafoor moet nadenken, word je uit het verhaal gehaald. Metaforen horen in dienst van het verhaal te staan. Kijk of je de metafoor kunt versimpelen. Lukt dat niet? Schrappen maar! - komt uit de belevingswereld van het personage voort.
Een analfabeet kan zijn belevingswereld niet met die van Kafka vergelijken. - borrelt vanzelf in je op.
Vaak zijn metaforen waar je het langst over nagedacht hebt, het slechtst omdat ze gekunsteld overkomen.
Over Marit van der Meulen
Marit van der Meulen debuteerde in 2011 met Reggae in de sneeuw. Met het schrijven van haar tweede roman Vlucht naar Madeira worstelde ze lang. Onnodig, ontdekte ze. Ze besloot om haar schrijfcoachpraktijk Zinnazin op te richten om de hulp te geven die zij zelf had willen ontvangen.
Kijk voor meer informatie op zinnazin.nl